Op 11 mei hebben wij weer een kennissessie georganiseerd. Dit keer over DMS4.0. Na een korte introductie heeft onze CEO, Steven Veelders, een presentatie gegeven over waarom AGS niet voldoende is voor het EUCDM (European Customs Data Model) en hoe DMS 4.0 is geïmplementeerd.
Tevens heeft Steven de overgangsplanning naar DMS 4.0 en de wijze waarop onze klanten ondersteunen in een soepele transitie naar het nieuwe systeem toegelicht. Belangrijke opmerking hierbij was dat het nieuwe DMS 4.0 enkel het AGS Import en Export systeem vervangt en geen invloed zal hebben op het huidige Transit en EMCS.
Opvolgend is onze consultant, Edwin Muller, door alle veranderingen heengelopen. Van algemenere termen tot het kleinste detail over o.a. codeveranderingen, werkwijzen en gegevensvereisten. Alles kwam aan bod. Tot slot was er een interactieve Q&A, waarbij we veel vragen vanuit de praktijk hebben kunnen behandelen.
Voor iedereen die niet aanwezig kon zijn bij de DMS 4.0 sessie, hebben de belangrijkste take-aways van deze dag opgesomd.
De stamtabel van de douane locatiecode is uitgebreid met nieuwe velden, waaronder landcode, locatietype en locatie-ID-type.
Voor DMS Invoer is het nu verplicht om de exporteur op te geven.
De juiste code van de gevraagde regeling moet worden opgegeven. Daarnaast moet het vergunningstype en het bijbehorende vergunningsnummer worden vermeld in de gegevensklasse "vergunning".
De ontvanger bij invoer is niet langer relevant in DMS. In plaats daarvan wordt de importeur vermeld.
In DMS is er een lichte wijziging in de manier waarop de status vertegenwoordiging wordt aangegeven.
Bij de vervoerswijze is een nieuw veld "identiteitstype" toegevoegd. Bijvoorbeeld, 11 voor de naam van het zeeschip, 30 voor het kenteken van het wegvoertuig, 40 voor het IATA-vluchtnummer.
Bij de locatie die wordt vermeld in de Incoterms, moet nu ook de landcode worden vermeld.
Er is een nieuw gegeven waar extra partijen in de toeleveringsketen kunnen worden vermeld.
In DMS wordt nu codelijst 141 gebruikt.
In DMS kan aanvullende informatie zowel op het niveau van de complete aangifte als op het niveau van specifieke items (onderliggend op de DV1) worden vermeld.
Als de transactiewaarde als basis wordt gebruikt voor het bepalen van de douanewaarde, moet het factuurnummer verplicht worden vermeld als bescheid.
Naast het "land van oorsprong" is in DMS ook een nieuw veld toegevoegd voor het "preferentiële land van oorsprong".
Er is een nieuwe codelijst (791) waarin de bijtel- en aftrekposten worden vermeld. Alle codes beginnend met A worden bij de opgegeven waarde opgeteld, terwijl alle codes beginnend met B worden afgetrokken.
Bij de gevraagde en voorafgaande regelingen kunnen nu soms meerdere aanvullende regelingen mogelijk zijn.
Bepaalde codes kunnen nu zowel op het header (aangifte) niveau als op het itemniveau worden ingevuld.
Alle bestaande nationale codes zijn omgezet van 9XXXX naar NXXXX.
Het is nu vereist om vergunningen uit bijlage A, zoals de vergunning voor uitstel van betaling (DPO), te vermelden als bescheid.
Bij handelsverkeer met fiscale gebieden binnen de Unie moeten naast de soort aangiftecode "CO" ook de volgende codes worden vermeld in de "aanvullende regeling":
Code "F15": bij invoer uit fiscale gebieden
Code "F75": bij verzending naar fiscale gebieden
Benieuwd naar de gehele presentatie over DMS 4.0? Download nu de presentatieslides van onze Kennissessie DMS 4.0.
© 2024 Gateway