De Douane heeft oproep gedaan aan alle IIAA vergunninghouders, om een keuze te maken aangaande het scenario dat voor hen van toepassing is.
Ben jij ook benaderd door de Douane betreffende de vergunningen IIAA (DMS 4.1) met de vraag welk scenario je kiest? En vindt jij het ook moeilijk om te begrijpen wat er wordt bedoeld of om een keuze te maken?
Wij hebben inmiddels hierover veel vragen van klanten gekregen. Graag willen we de 3 scenario’s toelichten om je te helpen bij het maken van jouw keuze. Wij hebben hierbij een ondersteunende rol, waarbij uiteindelijk de keuze bij jou ligt. Onderstaande informatie is zorgvuldig samengesteld, maar zonder garantie.
Scenario 1: Het beëindigen van de huidige in gebruik zijnde IIAA-vergunning en gebruik maken van de normale aangifteprocedure in DMS 4.0 (= nu AGS) bij het plaatsen van de goederen onder een douaneregeling.
Scenario 2: Het indienen van aanbrengberichten en eventueel een aanvullende aangifte (DMS versie 4.1);
Scenario 3: Het gebruik maken, bij het in bezit zijn van meerdere IIAA-vergunningen, van de zgn. Ketenregeling (het indienen van één i.p.v. meerdere aanbrengberichten en eventueel een aanvullende aangifte in DMS versie 4.1).
Scenario 1: IIAA-vergunningen laten vallen en alles volledig aangeven via DMS. Voor entrepotgoederen betekent dit dat na ontvangst van het transit T1 document, gelijk een aangifte tot inslag in het entrepot moet worden gedaan in DMS. In de oude situatie zou hier een inschrijving in de administratie worden gedaan, die zou gelden als aangifte tot inslag in het entrepot.
Scenario 2: IIAA-vergunningen behouden (voor bedrijven die slechts één van deze vergunningen hebben). Als er douanegoederen ontvangen worden, moet er eerst via DMS een aanbrengbericht verstuurd worden, voordat er een inschrijving in de administratie kan worden gedaan. Dit kan ofwel een invoer, ofwel een inschrijving in het entrepot zijn.
Scenario 3: Meer dan één IIAA-vergunningen behouden. Een bedrijf kan op die manier de in- en /of uitslagen in het entrepot bijhouden, door gebruik te maken van inschrijving in de administratie. Vervolgens kunnen de goederen ook door middel van inschrijving in de administratie in het vrije verkeer worden gebracht (invoer). Bij ontvangst van de douanegoederen en afhandelen van het Transit T1 document moet er (eenmalig) een aanbrengbericht verstuurd worden. Daarna verloopt alles via inschrijvingen in de administratie.
In alle scenario’s moet er dus in ieder geval gecommuniceerd worden via DMS. Het verschil zit in de berichten die verstuurd moeten worden en de hoeveelheid informatie die zij moeten bevatten.
Let op!! Als er een aanbrengbericht wordt verstuurd, gevolgd door een inschrijving in de administratie, dan moet de inschrijving ook alle gegevens bevatten die een aangifte in DMS normaal ook moet bevatten. Dan rijst de vraag: “wat is het minste werk/risico voor je bedrijf?”
Een voordeel van scenario 1 is dat er geen controle van de administratie achteraf meer nodig is.
We hopen dat deze toelichting meer helderheid geeft voor jou en jouw organisatie.
© 2024 Gateway